Geeft als resultaat een String met de naam waarmee in programmacode een object wordt aangeduid, of stelt deze String in. Lezen/schrijven voor het object VBProject en het object VBComponent. Alleen-lezen voor het object Property en het object Reference.
Notities
In de volgende tabel wordt beschreven welke uitwerking de eigenschap Name op verschillende objecten heeft.
| Object | Resultaat van gebruik van de eigenschap Name |
|---|---|
| VBProject | Geeft als resultaat de naam van het actieve project of stelt deze in. |
| VBComponent | Geeft als resultaat de naam van het onderdeel of stelt deze in. Als u probeert de eigenschap Name in te stellen op een reeds gebruikte naam of op een ongeldige naam, treedt een fout op. |
| Eigenschap | Geeft als resultaat de naam van de eigenschap zoals deze in het venster Eigenschappenoverzicht verschijnt. Dit is de waarde die wordt gebruikt om de collectie Properties te indexeren. De naam kan niet worden ingesteld. |
| Reference | Geeft als resultaat de naam van de verwijzing in programmacode. De naam kan niet worden ingesteld. |
De standaardnaam voor nieuwe objecten is het type object plus een unieke integer. Bijvoorbeeld: het eerste nieuwe formulierobject is Formulier1, een nieuw formulierobject is Formulier1 en het derde tekstvakbesturingselement dat u op een formulier maakt, is Tekstvak3.
De eigenschap Name van een object moet beginnen met een letter en kan maximaal 40 tekens lang zijn. De eigenschap kan cijfers en onderstrepingtekens (_) bevatten, maar geen leestekens of spaties. Formulieren en modules kunnen niet dezelfde naam hebben als een ander openbaar object zoals Klembord. Hoewel de instelling van de eigenschap Name een sleutelwoord, eigenschapnaam of de naam van een ander object kan zijn, kan dit leiden tot conflicten in uw programmacode.